Ten opzichte van de programmabegroting 2017 zijn er een aantal veranderingen in de risico’s met een risicoscore van 15 of hoger zichtbaar. Zie hiervoor de beschrijving in de vorige paragraaf.
Ten aanzien van de ‘kleinere’ risico’s zijn ook een aantal wijzigingen zichtbaar. In 2016 is de vennootschapsbelasting (vpb) voor gemeenten ingevoerd (zie ook Algemene dekkingsmiddelen, vpb en onvoorzien). Wij hebben onderzocht in hoeverre de gemeente vpb-plichting is. De uitkomst van de inventarisaties is dat alle (clusters van) activiteiten niet onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting, en dat over 2016 geen Vpb betaald hoeft te worden.

De conclusie moet nog worden afgestemd met de Belastingdienst en uiteindelijk leiden tot een vaststellingsovereenkomst. Wanneer de Belastingdienst klaar is voor het afsluiten van dit soort overeenkomsten is nog erg onduidelijk.

Een aantal risico’s is vervallen, danwel anders verwerkt in de administratie. Een aantal risico’s binnen het sociaal domein is verwijderd. Door opgedane kennis en ervaring hebben we een completer beeld van de mogelijkheden en resultaten. Ditzelfde geldt voor het risico voor de huisvesting van vluchtelingen.

We hebben het risico van het planproces bedrijvigheid opgenomen in het afzetrisico van bedrijventerreinen. Het opgenomen risico voor begraafplaatsenbeheer en planproces woningbouw is hoger dan in de programmabegroting. Met de huidige informatie over deze onderwerpen is de kans op onvoorziene kosten gestegen.

Het risico op financieel verlies bij de herontwikkeling Park Lingezegen hebben we na afspraken met de provincie verlaagd. Gemaakte afspraken moeten we nog vastleggen in een koopoptie-overeenkomst. Hierdoor heeft Lingewaard geen bijdrage in mogelijke tegenvallende opbrengsten.

Door de wijzigingen is het totaal benodigde weerstandscapaciteit toegenomen met € 7.885.000 ten opzichte van de programmabegroting 2017 (bepaling najaar 2016).