Risico's

We inventariseren risico’s door de kans van optreden in te schatten en het mogelijke financiële gevolg. We hanteren hierbij vijf oplopende klassen voor kans en financieel gevolg. Voor een verdere toelichting op dit systeem van risicobeoordeling verwijzen wij naar het vastgestelde nota 'Risicomanagement & weerstandsvermogen 2014-2017'. Hieronder zijn de risico’s weergegeven. We hebben ervoor gekozen om alle risico’s vanaf € 75.000 in onderstaand overzicht op te nemen. In het overzicht is per risico aangegeven of het een incidenteel of structureel risico (I/S) is.

De risico’s in het rode gebied hebben betrekking op sociaal domein (1) en ruimtelijk beleid (2). De risico’s in het oranje gebied hebben betrekking op ruimtelijk beleid (3), bedrijfsvoering (4), decentralisaties (5, 6) en beheer en onderhoud (7). Voor deze risico’s geldt dat er beheersmaatregelen geïmplementeerd (moeten) worden om de risico’s te beheersen. De risico's met een risicoscore van 15 of hoger lichten we nader toe.

4.1   Presikhaaf Bedrijven
Er dienen zich in 2017 twee zaken aan die risico’s met zich meebrengen rondom de GR Presikhaaf Bedrijven. Het betreft de ‘gewone’ bedrijfsuitoefening en de grote veranderingen die zich aandienen nu de onderhandelingen over de overname van Presikhaaf eind 2016 zijn stukgelopen en de gemeente. Gemeente Arnhem heeft besloten een eigen SW Werkbedrijf op te bouwen.

  • Eind 2016 heeft het algemeen bestuur van Presikhaaf Bedrijven de Begroting 2017 vastgesteld. Die voorziet in een financieel tekort over dit jaar. Lingewaard heeft in zijn meerjarenbegroting reeds rekening gehouden met een negatief resultaat in 2017. De nu vastgestelde begroting van Presikhaaf leidt per saldo voor Lingewaard tot een extra tekort. Of dit ook daadwerkelijk zo zal uitpakken, is nog de vraag. Presikhaaf heeft de laatste tijd gunstig geopereerd, kosten weten terug te dringen en een betere omzet weten te behalen. Van de andere kant is onzeker of de recente ontwikkelingen en de onzekere toekomst van het huidige bedrijf ook van negatieve invloed zijn.
  • Op dit moment is nog onduidelijk wat de gevolgen van het stuklopen van de onderhandelingen en het besluit van Arnhem zullen zijn. Alle gemeenten oriënteren zich nu op nieuwe scenario’s. Die lopen uiteen van het inkopen van diensten bij het nieuw op te richten Arnhemse Werkbedrijf, elke gemeente voor zich of met een of enkele andere gemeenten samen een eigen SW-bedrijf oprichten, of wellicht een doorstart van het oude Presikhaaf Bedrijven. Wat de uitkomst ook wordt, het lijkt haast onvermijdelijk dat dit tot hoge frictiekosten en wellicht nog tot extra kosten voor onze eigen gemeentelijke organisatie leidt.

4.2   Afzetrisico’s bedrijfskavels
De vraag naar bedrijfskavels in de omgeving Arnhem-Nijmegen blijft ondanks het economisch herstel achter bij het aanbod. Deze tendens is ook waarneembaar bij de bedrijventerreinen van de gemeente Lingewaard. Door teveel aanbod in de gemeente en regio, te hoge beeldkwaliteitseisen, vertraging of niet doorgaan van de doortrekking van de A15 kan er vertraging ontstaan op de grondverkoop bedrijventerreinen.

In sommige gevallen is afwijking van de Grondprijsbrief mogelijk. Dit kan leiden tot lagere grondopbrengsten dan geraamd. Echter omdat er sprake is van een negatief exploitatieresultaat, is een grondprijsverlaging niet mogelijk zonder dat daar een kostenverlaging tegenover staat, zodat het exploitatieresultaat niet verder verslechterd. Hiervoor dient per geval een afweging gemaakt te worden wanneer een korting  wordt verleend.

Afwaardering gronden provincie
Het college heeft de raad reeds middels een brief geïnformeerd over de plannen van de provincie om als gevolg van het overschot aan bedrijventerreinen in de gemeente gronden uit de markt te halen als deze niet voor 2020 zijn verkocht en de mogelijke kosten die hiermee gemoeid zijn. De resterende gronden worden dan afgewaardeerd naar bijvoorbeeld agrarische waarde.Er is op dit moment bewust gekozen hiervoor geen bedrag op te nemen in de benodigde weerstandscapaciteit. Hierbij wordt wel expliciet opgemerkt dat de urgentie van de situatie bekend is en er volop wordt nagedacht over oplossingen. Om de mogelijke gevolgen beheersbaar te houden vindt afstemming plaats met de provincie ten aanzien van termijnen, gronden en herbestemmingsmogelijkheden. Daarnaast wordt de inzet op acquisitie en grondverkoop geïntensiveerd en zullen alternatieve bestemmingen onderzocht worden.

4.3   Sanering gronden
Verschillende gemeentelijke gronden en opstallen zijn vervuild. Om inzicht te krijgen in de totale saneringskosten hebben we in 2016 inventariserende onderzoeken uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de sanering en het verwijderen van de opstallen hoge kosten met zich mee kunnen brengen. Mede om hierop in te spelen vindt momenteel ambtelijk en bestuurlijk overleg plaats en worden grondexploitaties twee keer per jaar geactualiseerd. Bij de actualisatie houden we het budget voor de plankosten nader tegen het licht en stellen we indien noodzakelijk bij.

4.4   Informatiebeveiliging
Vanaf 1 januari 2016 is het wettelijk verplicht om datalekken te melden aan de Autoriteit Persoonsgegevens, voorheen het College bescherming persoonsgegevens (CBP). Hierin is bepaald dat de verantwoordelijke bij een datalek boeteplichtig is, als sprake is van verlies of onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens. Zowel grootschalige inbraak (hacken) als ieder kwijtraken, diefstal of onbevoegd gebruik van persoonsgegevens telt als een datalek. Daarbij kunnen boetes oplopen tot € 820.000. Het risico is de afgelopen jaren sterk toegenomen vanwege toenemende digitalisering van de gemeente.

4.5   Budget uitkeringsverstrekking
Het aantal uitkeringsgerechtigden PW, IOAW, IOAZ en Bbz is in 2016 fors gestegen. We verwachten dat deze stijging in 2017 doorgaat, mede door de komst van een groot aantal statushouders. Bij een gelijkblijvend budget BUIG, zal dit het resultaat over 2017 negatief beïnvloeden. Een exacte, betrouwbare prognose is echter op dit moment (medio februari 2017) nog niet te maken.

Het gaat om sterk vraagafhankelijke regelingen waarbij het lastig is om de vraag te beïnvloeden (denk daarbij aan de statushouders). Daarom zullen we onze beheersmaatregelen met name richten op uitstroom. We zetten onze bestaande beheersmaatregelen voort, zoals een strenge maar rechtvaardige beoordeling aan de poort . Zo beperken we de instroom zo veel mogelijk. Het Werkgevers Service Punt (WSP) slaagt er nog niet in om om onze uitkeringsgerechtigden naar een betaalde baan te begeleiden. Daarom zullen wij hier zelf actiever op inzetten.

4.6   WMO eigen bijdrage
De opbrengst vanuit de eigen bijdrage WMO zal in 2017 lager uitvallen dan begroot. Het bedrag is berekend aan de hand van de eigen bijdrage calculator van het CAK. Uit de cijfers over 2015 en 2016 blijkt dat de opbrengst aan eigen bijdragen voor de nieuwe doelgroep te hoog is ingeschat. Daarnaast zijn de maximaal te hanteren landelijke parameters met ingang van 2017 naar beneden bijgesteld. Hierdoor verwachten we vanaf 2017 structureel een lagere opbrengst.

4.7   Verkeerstechnische inrichting wegen
De gemeente moet als wegbeheerder zorgen voor verkeersveiligheid. Zij moet de weg zo inrichten en onderhouden dat dit geen gevaar oplevert voor de verkeersveiligheid. Op diverse fronten blijft de verkeerstechnische inrichting van de gemeentelijke wegen achter op de wettelijke verplichtingen. Het van de weggebruiker gewenste gebruik van de weg behoort voort te vloeien uit de inrichting van de weg. De wegen zijn echter niet altijd ingericht volgens het geldende verkeersregime. Dit leidt tot onduidelijke situaties. Onduidelijke situatie kunnen leiden tot klachten, verkeersovertredingen en mogelijk zelfs tot verkeersongevallen. In de kadernota 2018 stellen we voor om investeringsgelden in te zetten om de inrichting van de wegen te laten aansluiten op het genomen verkeersbesluit.