Herziening BBV

De commissie BBV heeft de afbakening, definiëring en verslagleggingsregels rondom grondexploitaties kritisch onder de loep genomen. De reden hiervoor is een aantal landelijke ontwikkelingen op het gebied van grondexploitaties. Namelijk:

forse afboekingen van gemeenten op grondposities in de afgelopen jaren;
de aanbevelingen uit het rapport Vernieuwing BBV over transparantie en vergelijkbaarheid;
de aankomende Omgevingswet.

De afbakening is ook onvermijdelijk in het kader van de vennootschapsbelastingplicht voor gemeenten (Vpb). Het heeft namelijk een bijdrage geleverd in de fiscale discussie over de afbakening van de ondernemersactiviteit en de toe te rekenen kosten en opbrengsten.

Dit heeft geleid tot een aantal wijzigingen in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Deze wijzigingen zijn uitgewerkt in:

de “Notitie grondexploitaties 2016, maart 2016” van de commissie BBV;
de “Notitie faciliterend grondbeleid, maart 2016” van de Commissie BBV.

De wijzigingen leiden volgens de Commissie BBV tot meer transparantie, eenduidigheid, behoedzaamheid en vermindering van de administratieve lasten. De wijzigingen zijn met terugwerkende kracht per 1 januari 2016 van toepassing. De gevolgen van de gewijzigde richtlijnen van de Commissie BBV hebben we in de grondexploitaties verwerkt.

Met name de volgende wijzigingen zijn van invloed op het saldo van de grondexploitaties:

1.	Om de risico’s die samenhangen met zeer lang lopende projecten te beperken mag de looptijd van een grondexploitatie maximaal 10 jaar bedragen.
	Door deze wijziging zijn de looptijden van de grondexploitaties voor de bedrijventerreinen Agropark en Pannenhuis II met twee jaar ingekort;
2.	De toegestane rente aan de grondexploitaties moet worden gebaseerd op de daadwerkelijk te betalen rente over het vreemd vermogen.
	Hierdoor is de rente in alle grondexploitaties verlaagd van 4% naar 2,72%;
3.	Dekking van een tekort in de grondexploitatie vanuit de eigen middelen/reserves mogen niet als opbrengst te worden verwerkt in de grondexploitatieberekening.
	Hierdoor is de bijdrage vanuit het fonds bovenwijkse voorzieningen uit de grondexploitatie Fitness Centre/Rietbaan-Zuid gehaald;
4.	Bij projecten waar sprake is van het verhaal van kosten op derden (faciliterende projecten), is het niet meer toegestaan om een grondexploitatie te voeren als er geen gronden in het transformatieproces zitten (d.w.z. grond aankopen, bouw- en woonrijp maken en grond uitgeven).
	Hierdoor zijn alle grondexploitaties van projecten, waar sprake is van faciliterend grondbeleid, afgesloten. Voor de faciliterende projecten waarvoor een verliesvoorziening was getroffen zijn deze verliesvoorzieningen, na aftrek van de eventuele negatieve boekwaarde per 31-12-2015, ten gunste van de Algemene Reserve Grondexploitatie gebracht.
5.	Het is vanaf 2016 niet meer toegestaan om toevoegingen te doen aan een voorziening voor bovenwijkse voorzieningen. Bestaande voorziening ultimo 2015 mogen worden gehandhaafd en kunnen volgens planning worden afgewikkeld. Sparen voor bovenwijkse voorzieningen die na het sluiten van een grondexploitatie zullen worden aangelegd, is nog wel mogelijk via een door de raad in te stellen bestemmingsreserve. Toevoegingen aan deze bestemmingsreserve kunnen alleen plaatsvinden via resultaatsbestemming.
	Hierdoor zijn de geprognosticeerde stortingen aan het fonds bovenwijkse voorzieningen uit de grondexploitaties Pannenhuis II, Agropark en Loovelden gehaald.