De algemeen aanvaarde beginselen van goed bestuur gebruiken wij als uitgangspunt voor ons handelen. Dit betekent het volgende:

• Openheid en integriteit.Informatie over besluiten en procedures hebben wij gedeeld met de gemeenteraad, de media en voor de inwoners gepubliceerd..
• Participatie.Burgers en belangrijke partijen hebben wij betrokken bij het beleid. Onder meer bij beleidsplannen voor het sociaal domein, recreatie en toerisme, bibliotheekwerk, integrale veiligheid en wonen.
• Behoorlijke contacten met inwoners.In 2016 hebben wij 43 klachten ontvangen over onbehoorlijk gedrag van een bestuurder of medewerker. Wij zijn er bijna helemaal in geslaagd om deze klachten in goed overleg met betrokkenen op te lossen. Uiteindelijk geleid tot 3 formele klachten.
• Doelgerichtheid en doelmatigheid.Door het collegeprogramma te vertalen in de kadernota en programmabegroting hebben we de inwoners inzicht gegeven in de doelen die we willen bereiken en het geld dat we daar aan besteden.

• Legitimiteit.Wij hebben onze producten en diensten geleverd volgens de geldende wet- en regelgeving. De legitimiteit van onze besluiten en maatregelen hebben we vergroot door in een vroegtijdig stadium in overleg te gaan met belanghebbenden, het maatschappelijk middenveld en ondernemers.
• Zelfreinigend en lerend vermogen.Op basis van de onderzoeken van de rekenkamercommissie en onze eigen onderzoeken (art. 213A Gemeentewet) hebben we verbeteringen doorgevoerd in onze organisatie
• .

Als belanghebbenden het niet eens zijn met een besluit stellen we hen in de gelegenheid om een bezwaarschrift in te dienen. We kijken dan eerst of we het bezwaar in overleg kunnen oplossen. Lukt dat niet, dan leggen we  het bezwaar voor aan de onafhankelijke commissie van advies voor de bezwaarschriften. Op basis van het advies van deze commissie nemen wij soms een nieuwe beslissing.
In de programmabegroting 2017 hebben we de basisset van 39 verplichte indicatoren opgenomen. Deze indicatoren dragen bij aan de onderlinge vergelijkbaarheid van gemeenten en daarmee ook aan het lerend vermogen.

• Verantwoording.We hebben verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid, de uitvoering ervan en de hieraan verbonden kosten. In 2016 is dit gebeurd via de jaarstukken 2015 en twee tussentijdse rapportages over 2016.