4 Financiering
Risicobeheer
Renterisico's
We hebben twee instrumenten om het renterisico te monitoren: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. De kasgeldlimiet geeft aan hoeveel de gemeente kort mag financieren als percentage van de begroting. De toegestane kasgeldlimiet is 8,5% van het begrotingstotaal.
Met de renterisiconorm kunnen we het renterisico bij herfinanciering beheersen. Het renterisico is het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen. De renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar.
Kasgeldlimiet per 31-12-2016
Omvang begroting per 1 januari 2016 | 100.130 | ||||
Kasgeldlimiet in procenten van de grondslag | 8,50% | ||||
Kasgeldlimiet in bedrag | 8.511 | ||||
REALISATIE | |||||
Bedragen x € 1.000 | 1e kw. | 2e kw. | 3e kw. | 4e kw. | Jaar |
Vlottende schuld | |||||
Opgenomen gelden < 1 jaar | 2.333 | 11.667 | 10.000 | 5.667 | 7.417 |
Schuld in rekening-courant | 2.788 | 718 | 707 | 0 | 1.053 |
Gestorte gelden door derden < 1 jaar | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal vlottende schuld | 5.121 | 12.385 | 10.707 | 5.667 | 8.470 |
Vlottende middelen | |||||
Uitgeleende gelden < 1 jaar | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Contante gelden in kas | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Tegoeden in rekening-courant | 231 | 274 | 128 | 3.561 | 1.048 |
Overige uitstaande gelden < 1 jaar | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal vlottende middelen | 231 | 274 | 128 | 3.561 | 1.048 |
Toets kasgeldlimiet | |||||
Totaal netto vlottende schuld | 4.891 | 12.111 | 10.579 | 2.106 | 7.422 |
Toegestane kasgeldlimiet | 8.511 | 8.511 | 8.511 | 8.511 | 8.511 |
Ruimte (+) / Overschrijding (-) | 3.620 | -3.600 | -2.068 | 6.405 | 1.089 |
Volgens de Wet financiering decentrale overheden mag de kasgeldlimiet gedurende twee achtereenvolgende kwartalen worden overschreden. Wij voldoen in 2016 aan deze norm.
Renterisiconorm per 31-12-2016
(Bedragen x € 1.000) | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
Renterisico op vaste schuld | ||||
1a. Renteherziening op vaste schuld o/g | 0 | 0 | 0 | 0 |
1b. Renteherziening op vaste schuld u/g | 0 | 0 | 0 | 0 |
2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a - 1b) | 0 | 0 | 0 | 0 |
3a. Nieuw aangetrokken vaste schuld (o/g) | 0 | 10.000 | 0 | 0 |
3b. Nieuw verstrekte lange leningen (u/g) | 0 | 0 | 0 | 0 |
4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a - 3b) | 0 | 10.000 | 0 | 0 |
5. Betaalde aflossingen | 12.672 | 12.636 | 2.636 | 2.636 |
6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5) | 0 | 10.000 | 0 | 0 |
7. Renterisico op vaste schuld (2 + 6) | 0 | 10.000 | 0 | 0 |
Renterisiconorm | ||||
8. Stand van de vaste schuld per 1 januari | 76.006 | 63.333 | 60.697 | 58.061 |
9. Vastgesteld percentage | 20% | 20% | 20% | 20% |
10. Renterisiconorm | 15.201 | 12.667 | 12.139 | 11.612 |
Toets Renterisiconorm | ||||
10. Renterisiconorm | 15.201 | 12.667 | 12.139 | 11.612 |
7. Renterisico op vaste schuld | 0 | 10.000 | 0 | 0 |
11. Ruimte(+) / Overschrijding(-) (10 - 7) | 15.201 | 2.667 | 12.139 | 11.612 |
Het renterisico op de vaste schuld blijft in de periode 2016-2019 onder de norm. In de begroting 2016 gingen we er nog van uit dat voor de herfinanciering van bestaande geldlening een nieuwe geldlening van €10 miljoen zou moeten worden afgesloten. Net als in 2014 en 2015 zijn in 2016 geen nieuwe langlopende geldleningen afgesloten.
Kredietrisico's
Kredietrisico is het risico van een waardedaling van een vordering door het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij, door insolventie (onvermogen om zijn schulden te kunnen betalen). Risicogroepen zijn de types instellingen aan wie gelden zijn verstrekt. De risicogroepen zijn gerangschikt naar oplopend risico. Bij de woningcorporaties is het risico het laagst en bij de verenigingen/stichtingen het hoogst.
Risicogroep (bedragen x € 1.000) | Restantschuld | % |
Woningcorporaties | 1.864 | 22,9% |
Hypothecaire geldleningen ambtenaren | 4.297 | 52,7% |
Startersleningen | 1.894 | 23,2% |
Verenigingen/stichtingen | 95 | 1,2% |
Totaal | 8.150 | 100% |
De risico's voor onze gemeente zijn klein. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) staat in eerste instantie garant voor de lening van de woningcorporaties, gemeenten hebben een zogenaamde achtervangpositie. Bij de hypothecaire geldleningen heeft elke afzonderlijke lening voldoende onderpand. Startersleningen zijn verstrekt met hypothecaire zekerheid én Nationale Hypotheekgarantie.
Alleen voor leningen verstrekt aan verenigingen/stichtingen is sprake van een klein risico van 1,2% van de totale uitzettingen.